e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Romershoven

Overzicht

Gevonden: 1299
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broedhen broedhen: brȳhin (Romershoven) Kip die voortdurend neigingen vertoont om te broeden. [N 19, 59; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
broek broekriem: brukrī.m (Romershoven) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen broek: brok (Romershoven) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekspijp broekspijp: brokspēͅpə (Romershoven) pijpen van een broek [bokspijpe, broeksepejpe] [N 23 (1964)] III-1-3
broeksriem broeksriem: broksrīm (Romershoven) band of riem waarmee de broek in de taille wordt opgehouden [boekreem, boekband, boksemband] [N 23 (1964)] III-1-3
broekzak opzij broeksmaal: broksmōͅl (Romershoven) broekzak opzij [broeksebuil, boksetes, boksenbool, venget] [N 23 (1964)] III-1-3
broer broer: 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1  brôêr (Romershoven) broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] III-2-2
bronstig breustig: brø̄.stǝx (Romershoven) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen reddelen: rɛdǝlǝ (Romershoven) [N 3A, 9b] I-11
bronstig, van merries heet: hē.t (Romershoven) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9