e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Romershoven

Overzicht

Gevonden: 1299
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jacquetjak kazavek: kəžəveͅk (Romershoven) jak in jacquetvorm [seketjek] [N 23 (1964)] III-1-3
jak bolero (<fr.): boͅləroͅu (Romershoven), kazavek: kəžəväk (Romershoven) damesblouse, strak om het lichaam, hoog gesloten met boordje en met lange strakke mouwen [jak, seket] [N 25 (1964)] || vrouwenjak, kort jasvormig getailleerd bovenkledingstuk [jak, baskien, bollero, zeelewermer, kasjevek] [N 23 (1964)] III-1-3
jarretelle jarretelle (fr.): žärtels (Romershoven) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas: algemeen pit: pet (Romershoven), [uitdr. 185]  pit (Romershoven), [uitdr. 200]  pit (Romershoven) jas || jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasje van het mantelpak pitje: petšə (Romershoven) jasje van het mantelpak [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort voordoek: vø͂ͅrk (Romershoven) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] III-1-3
jong dat pas kan vliegen pieper: tot 1 jaar  pīpər (Romershoven), vlug: vløͅch (Romershoven) Vlug jong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong dat pluimen begint te krijgen (zn.) stoppelduif: Duivelshaar onbekend.  stò.pəldàuf (Romershoven) Jong dat pluimen begint te krijgen. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
jong van een rund jong: joŋk (Romershoven) [N 3A, 4] I-11
jong varken bag: báx (Romershoven), baggelen (mv.): bɛgǝlǝ (Romershoven) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12