32593 |
schudden met de riek |
schudden:
šø̜dǝ (L373p Roosteren)
|
Bij het mest spreiden maakt men met de riek telkens al schuddende een slingerende beweging. [N M, 12b; N 11A, 24; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
19565 |
schuier |
klederborstel:
kleierbeùstel (L373p Roosteren),
kleͅi̯ərbø͂ͅstəl (L373p Roosteren)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
19501 |
schuifgrendel |
schuifgrendel:
sjuufgrendel (L373p Roosteren)
|
schuifgrendel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
19555 |
schuimspaan |
klopper:
klopper (L373p Roosteren),
schuimslepel:
schuumslepel (L373p Roosteren),
sjuumslépel (L373p Roosteren)
|
lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || schuimspaan, schuimlepel [N 20 (zj)]
III-2-1
|
21370 |
schuld |
schuld:
schùldj (L373p Roosteren)
|
Geldschuld, schuld die men nog moet betalen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18102 |
schurft |
huidschilfers:
hūtšelfǝrs (L373p Roosteren),
schilfers:
sxelfǝrs (L373p Roosteren)
|
Een zeer hardnekkige, heftig jeukende huidaandoening, die kan leiden tot sterke vermagering en zelfs tot totale uitputting van de aangetaste dieren. Schurft wordt veroorzaakt door verschillende soorten mijten, voor ieder dier weer verschillend. Zie ook het lemma ''schurft'' in wbd I.3, blz. 479-481. [N 3A, 89; N 52, 13; A 48A, 26; monogr.]
I-11
|
19869 |
schuurmiddel |
zand:
zantj (L373p Roosteren)
|
schuurmiddel om metaal glanzend te maken - zand [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
33416 |
schuurpoort |
poort:
[poort] (L373p Roosteren)
|
De grote dubbele deur die toegang geeft tot de schuur en de mogelijkheid biedt met de oogstwagens tot op de dorsvloer te rijden. Meervoudige opgaven benoemen de beide poortvleugels. Voor de behandeling van de namen van de poortvleugels en van het sluitwerk van de poort zie de paragraaf over de grote toegangspoort van de boerderij, par. 4.1. Zie ook het lemma "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en, voor de benaming dendeurtje, ook het lemma "deurtje in een poortvleugel" (4.1.12). Vergelijk ook de betekeniskaart van poort "schuurpoort" en "hek" in de aflevering over de landerijen (I.8). Zie voor de fonetische documentatie van het woord (poort) het lemma "poort" (4.1.1). Zie ook afbeelding 12 bij het lemma "schuur" (3.1.1). [N 5A, 51a; N 4, 37; JG 1a en 1b; A 10, 7b; Gwn 4, 10; monogr.]
I-6
|
19369 |
schuurtje |
schuurtje:
sjuurke (L373p Roosteren)
|
schuurtje [DC 35 (1963)]
III-2-1
|
34522 |
seksen |
selecteren:
selecteren (L373p Roosteren)
|
Bij kuikentjes de haantjes van de hennetjes afzonderen en ze vervolgens doden. Haantjes zijn er minder nodig en het is onvoordelig om die lang eten te blijven geven. [N 19, 58; JG 1a, 1b]
I-12
|