e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Roosteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tureluur tureluur: tuurelûûr (Roosteren), eigen spelling; omgespeld  tyrəly(3)̄r (Roosteren) tureluur || tureluur (28 minder algemeen dan grutto [111]; lijkt wel een kleine bruine uitgave ervan met rode pootjes en snavel; roep [tuu-tu-tu] en [teluuje, teluuje] [N 09 (1961)] III-4-1
turfhekken hekken: hękǝ (Roosteren) Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c] I-13
twee centiem twee centiem: 2 centiem (Roosteren) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
tweede grasoogst nagras: nǭgrās (Roosteren) Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b] I-3
tweede verkoping toeslag: toeslaag (Roosteren) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweespeen tweedemer: twēdē̜mǝr (Roosteren) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twintig frank twintig frank: 20 frang (Roosteren) 20 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
ui, ajuin unne: unne (Roosteren) I-7
uienpannenkoek pannenkoek met ajuinen: pannekook mit unnen (Roosteren) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uieren uieren: (de koe) ȳjǝrt (Roosteren), vervlaag: vǝrvlǭx (Roosteren) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11