34090 |
linkervoorkwartier |
kwartier links voor:
kwartēr leŋks vø̜r (L373p Roosteren),
links voor:
lɛŋks vø̄r (L373p Roosteren)
|
Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a]
I-11
|
34133 |
loeien van de koe in het algemeen |
beuken:
bø̜̄kǝ (L373p Roosteren),
brullen:
brølǝn (L373p Roosteren)
|
[N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.]
I-11
|
34137 |
loeien van de koe van pijn |
beuken:
bø̜̄kǝn (L373p Roosteren),
brullen:
brølǝ (L373p Roosteren)
|
[N 3A, 5e]
I-11
|
17721 |
loeren |
loeren:
loere (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren)
|
kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17688 |
long |
long:
lōnge (L373p Roosteren),
löng (L373p Roosteren)
|
long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
21686 |
loon |
loon:
lóón (L373p Roosteren)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20132 |
loops |
loops:
luips (L373p Roosteren),
løͅi̯pš (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren)
|
konijn, geslachtsdrift vertonend [N 19 (1963)] || loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)], [N C (1962)]
III-2-1
|
17817 |
lopen |
lopen:
loupe (L373p Roosteren, ...
L373p Roosteren)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
19500 |
loper |
loopsteen:
lawpstęjn (L373p Roosteren)
|
De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.]
II-3
|
33729 |
losse paal met draad |
varen:
fǭrǝ (L373p Roosteren)
|
Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8]
I-8
|