e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spatader spatader: spôetôejer (Rosmeer) spatader (uitpuilende ader aan been, Fr. varice) [ZND 07 (1924)] III-1-2
speeksel spij: spêj (Rosmeer) speeksel [ZND 07 (1924)] III-1-1
spek spek: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  spāēr (Rosmeer), spek (Rosmeer) spek [ZND 23 (1937)] III-2-3
speld spang: spaŋ (Rosmeer) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden vastspangen: vasspanǝ (Rosmeer) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
speldenkussen naaldjeskussentje: nɛltjǝskɛskǝ (Rosmeer) Kussentje waarop men de spelden en naalden steekt. De informant van Q 198 merkt op dat hij de naalden op zijn vest (kamizool) of op een stukje stof aan de muur speldde. Zie afb. 11. [N 59, 13a; N 62 68; L 45, 19; Gi 1.IV, 64; MW; monogr] II-7
spelen (alg.) spelen: ich spëel, ⁄r spëelt, v⁄r spjëlle (Rosmeer) Ik speel, hij speelt, wij spelen. [ZND 07 (1924)] III-3-2
sperwer sperwer: spelmer (Rosmeer, ... ) sperwer III-4-1
spie spie/spij: spi(i̯) (Rosmeer) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3
spijbelen hagenschool gaan: hageschool gaan (Rosmeer) Hoe noemt men het heimelijk, zonder medeweten van de ouders, wegblijven van school? [Lk 03 (1953)] III-3-1