e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hecht van een mes steel: sti̯eͅl (Rosmeer), stjeͅl (Rosmeer), stjəl (Rosmeer) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] || hecht van een mes [ZND 01 (1922)], [ZND 26 (1937)] III-2-1
hees, schor hees: hëes (Rosmeer) hees [ZND 01 (1922)] III-1-2
heggenmus aardmus: jatmès (Rosmeer), aardmusje: jatmĕske (Rosmeer) heggemus III-4-1
heibezem bezem: bɛsəm (Rosmeer) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heilig heilig: hêlleg (Rosmeer) Heilig. [ZND 01 (1922)] III-3-3
heilige, zalige heilige: hêlleg (Rosmeer) Heilige. [ZND 35 (1941)] III-3-3
hek gaard: gō.r (Rosmeer) Algemene benaming. [N 14, 62; S 13; L 1a-m; RND 8, 20; R I, 44; R I, 45; monogr.] I-8
hekel hekel: hi̯ɛkǝl (Rosmeer), i̯ɛkǝl (Rosmeer) Plank met rechtop staande pinnen waar het vlas doorheen wordt getrokken. [L 1, a-m; L 26, 30; monogr.] I-5
hemel hemel: hieməl (Rosmeer) Hemel. [ZND 01 (1922)] III-3-3
hengsel hengel: heŋəl (Rosmeer) hengsel van waterketel van koper of ijzeren met hengsel en tuit (hengel, hengsel) [N 20 (zj)] III-2-1