e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q093p plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2180
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoofd kop: kop (Rosmeer) hoofd [ZND 01 (1922)] III-1-1
hoofddoek plag: plach (Rosmeer), plax (Rosmeer) hoofddoek [ZND 01 (1922)] || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkap van vrouwelijke religieuzen begijnenkap: bəgeͅnəkap (Rosmeer) hoofdkap van vrouwelijke religieuzen [N 25 (1964)] III-3-3
hoofdkussen hoofdpeluw: heͅi̯tpjeͅdəl (Rosmeer), kussen: keͅsə (Rosmeer), keͅsən (Rosmeer) hoofdkussen [ZND 01 (1922)], [ZND 27 (1938)] III-2-1
hoofdpijn koppijn: koppijn (Rosmeer) Hoofdpijn. Ik heb hoofdpijn. [Lk 05 (1955)] III-1-2
hoofdtooi van communiemeisjes voile (fr.): vwal (Rosmeer) Sluier, lange witte ~ met een kroontje van wasbloempjes, hoofdtooi van Communiemeisjes. [N 25 (1964)] III-3-3
hoog tijd hoog tijd: hoogteed (Rosmeer) Het is hoogtijd (dat we gaan). [ZND 27 (1938)] III-3-3
hoogdag hoogdag: oa tussen o en a  doa zin vier hoogdoag (Rosmeer) Zeg in dialect: Er zijn vier hoogdagen (grote feestdagen). [ZND 27 (1938)] III-3-3
hoogtijd hoogtijd: hoogteed (Rosmeer) Hoogtijd. [ZND 01 (1922)] III-3-3
hooi hooi: hōi̯ (Rosmeer) Gemaaid en op het veld drogend of gedroogd gras. In de klankkaart is de klankkleur (eerst velair, dan palataal) en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur en lengte staan steeds de diftongen vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht. [N 7, 58; N 14, 88b en 128a; JG 1a, 1b; A 10, 17 en 20; A 16, 1-4; L 1 a-m; L 27, 17; L 34, 70; L 38, 35-36; RND 122; Wi 52; S 14; R (s] I-3