25034 |
krassen |
beschramen:
bechreme (Q093p Rosmeer)
|
krassen [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21031 |
kreeft |
kreeft:
ook in ZND 28, 048
kreef (Q093p Rosmeer)
|
kreeft [ZND 01 (1922)]
III-2-3
|
20707 |
krentenbrood |
krentenbrood:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krentebrood (Q093p Rosmeer),
krêntebrood (Q093p Rosmeer),
krentenmik:
verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)
krentemik (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
krentenbrood [ZND 28 (1938)]
III-2-3
|
18223 |
kreukelen |
spannen:
het spant (kleid) (Q093p Rosmeer),
trekken:
het trek (Q093p Rosmeer)
|
Hoe noemt men het wanneer een kleed dat niet past, zich in plooien zet ? [ZND 32 (1939)]
III-1-3
|
18875 |
kreunen |
krinselen:
krēēnsele (Q093p Rosmeer)
|
kreunen [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
17994 |
kreunen van de pijn |
jammeren:
jemert (Q093p Rosmeer),
krenselen:
kreensele (Q093p Rosmeer),
kreenselt (Q093p Rosmeer),
kreunen:
kreunt (Q093p Rosmeer)
|
hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] || kreunen [ZND 01 (1922)]
III-1-2
|
34465 |
krielkip |
zinghennetje:
zēhenkǝ (Q093p Rosmeer)
|
Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.]
I-12
|
20120 |
krols |
grillig:
greͅləx (Q093p Rosmeer)
|
loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)]
III-2-1
|
20805 |
kruidnagel |
groffelsnagel:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10
groffelsnôgel (Q093p Rosmeer),
krommen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10
krimme (Q093p Rosmeer),
kruidnagel:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 15-10
krootnôgel (Q093p Rosmeer)
|
een kruidnagel (specerij, met een scherpe smaak, in de vorm van een spijker; Fr. clou de girofle) [ZND 01u (1924)]
III-2-3
|
26082 |
kruien |
varen:
vǭrǝn (Q093p Rosmeer)
|
Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.]
I-13
|