id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
33309 | krinselen | harken, werken met de hark: krensǝlǝ (Hamont), huilen: cf. Schuermans p. 297 s.v. "krinsen": hier en daar gebruikt voor grinsen of grijnzen, grinden, grimmen krinsele (Kortessem), kreunen: krēēnsele (Rosmeer), krinsele (Wellen), zingen: krinsjele (Heerlen) I-5, III-1-4, III-4-1 |