19581 |
kruik |
kruik:
krook (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
kruik [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)]
III-2-1
|
20712 |
kruim |
kruimel:
krweummel (Q093p Rosmeer),
kwast:
kwas (Q093p Rosmeer)
|
kruim [ZND 29 (1938)]
III-2-3
|
17573 |
kruin |
kruin:
kroon (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer),
Alleen voor een boomkruin.
kroon (Q093p Rosmeer)
|
de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)] || kruin [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17649 |
kruis |
kruis:
e krees, twee kreeser (Q093p Rosmeer),
e krees, twee krezer (Q093p Rosmeer),
krees (Q093p Rosmeer),
krǫi̯s (Q093p Rosmeer)
|
Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] || Kruis. [ZND 01 (1922)]
I-11, III-3-3
|
23203 |
kruisbeeld |
kruis:
krees (Q093p Rosmeer),
kruisbeeld:
kruisbeeld (Q093p Rosmeer)
|
Crucifix. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
34081 |
kruisbeen |
staartbeen:
statbē̜ (Q093p Rosmeer)
|
Heiligbeen, os sacrum; één der beenderen van het bekken. Het is een driehoekig beenstuk, ontstaan uit de vergroeiing van vijf wervels. [N 3A, 110a]
I-11
|
33551 |
kruisbes |
kroezel:
krusele (Q093p Rosmeer),
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u 138
kruesel (Q093p Rosmeer)
|
kruisbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
26823 |
kruiwagen |
kruiwagel:
kruwǭgǝl (Q093p Rosmeer)
|
Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.]
I-13
|
17749 |
krullen |
krullen:
krolle (Q093p Rosmeer)
|
krullen [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
17791 |
krullen (ww.) |
krullen:
het haor krolle (Q093p Rosmeer),
het hōr krollen (Q093p Rosmeer)
|
het haar krullen (krullen maken) [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|