e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
laagte in het landschap del: dɛl (Rosmeer), laagte: lęǝxtǝ (Rosmeer) Een laagte in het landschap in het algemeen. Vergelijk ook lemma 1.2.8 ɛlaagte in een akkerɛ.' [L 29, 30; Wi 11; A 10, 4; S 20] I-8
laars (alg.) stevel: stevəl (Rosmeer) laars [bot, steevel, buus, kamasj] [N 24 (1964)] III-1-3
laars met sluitriempje rijbot: reiboͅtə (Rosmeer) laars waarvan de schacht aan de bovenkant van een verstelbaar sluitriempje is voorzien [rijlaars] [N 24 (1964)] III-1-3
lade tafellade: tōfəllōi̯ (Rosmeer) een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)] III-2-1
lage herenschoen, molière lage schoen: lex šy (Rosmeer) herenschoenen, lage ~ [N 24 (1964)] III-1-3
lage klomp klomp: [klomp] (Rosmeer) Klomp met een lage en korte kap die slechts het voorste deel van de voet bedekt. Over de klompopening is een leren riem aangebracht die door middel van kleine spijkertjes met platte kop wordt vastgezet. Zie ook afb. 260. Het woord(deel) klomp is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛklompɛ.' [N 24, 70c; monogr.] II-12
lage klomp? klomp: kloͅmp (Rosmeer) klomp, lage open ~ met een riem over de wreef [N 24 (1964)] III-1-3
lakschoen gelakkeerde schoen: jəläk’oͅdə šy (Rosmeer) lakschoenen [gelakkerde sjeun] [N 24 (1964)] III-1-3
lam lam: laum (Rosmeer), laôm (Rosmeer), lôm (Rosmeer), lām (Rosmeer), lammetje: lɛmkǝ (Rosmeer) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Rosmeer) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12