24582 |
meidoorn |
doorn:
veroud. zie ook ZND24, 039a/b, apart ingevoerd
dwon (Q093p Rosmeer),
doornenhaag:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
dwonne haog (Q093p Rosmeer),
haag:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
hoag (Q093p Rosmeer),
hagendoorn:
zie ook ZND24, 039a/b, apart ingevoerd
hôgedjon (Q093p Rosmeer),
rode haag:
zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd
rooi hoage (Q093p Rosmeer)
|
haag- of meidoorn, met rode bloemen [ZND 24 (1937)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] || haagdoorn [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
brouwer:
breuwwer (Q093p Rosmeer),
mulder:
molder (Q093p Rosmeer),
rooskever:
rooskèver (Q093p Rosmeer),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
rooskêever (Q093p Rosmeer),
voormannetje:
voormannetje (Q093p Rosmeer)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
meidje:
metske (Q093p Rosmeer)
|
meisje [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18622 |
meisjesmuts met afhangende strook |
capeline (fr.):
kapəlin (Q093p Rosmeer)
|
meisjesmuts die nauw om het hoofd sluit en met een strook afhangt tot op de schouders [kaaper, kappelin, kapmöts] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34454 |
mekkeren |
bleken:
blē̜kǝ (Q093p Rosmeer)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.]
I-12
|
34237 |
melk |
melk:
melǝk (Q093p Rosmeer),
mølǝk (Q093p Rosmeer),
mø̜i̯lǝk (Q093p Rosmeer),
męlk (Q093p Rosmeer)
|
De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.]
I-11
|
34095 |
melkaders |
melkaderen:
męlkǫdǝr (Q093p Rosmeer)
|
De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a]
I-11
|
24808 |
melkdistel |
dauwdistel:
døͅi̯desəl (Q093p Rosmeer)
|
I-7
|
34079 |
melkgebit van kalveren |
melktanden:
męlktān (Q093p Rosmeer)
|
[N 3A, 108a]
I-11
|
34346 |
melkgift van de zeug |
zuik:
˲su̯øk (Q093p Rosmeer)
|
[N 19, 20]
I-12
|