18292 |
polsmof |
mofje:
myfkəs (Q093p Rosmeer)
|
polsmof, kort gebreid kledingstuk ter verwarming van pols en hand [sjtoek, polsmof, handmufke, armmufke, molleke, moefke] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33572 |
pompoen |
pronkappel:
In Janssen onder het lemma "Pronkappel
broonkappel (Q093p Rosmeer)
|
I-7
|
18504 |
pompon van een muts |
floche (fr.):
floͅs (Q093p Rosmeer)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
21536 |
ponder |
pondel:
om kleine gewichten te wegen
penŋəl (Q093p Rosmeer)
|
Weeginstrument met trekveerwerking. [N 18 (1962)]
III-3-1
|
21520 |
ponjaard |
ponjaard (<fr.):
pünjaar (Q093p Rosmeer)
|
Ponjaard. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
19474 |
pook |
keuterijzer:
ki̯ɛtərēzər (Q093p Rosmeer)
|
pook (gebogen ijzer om het vuur aan te porren, Fr. tisonnier) [ZND 05 (1924)]
III-2-1
|
19957 |
poort |
poort:
pu̯ő̜t, pu̯ø̜t (Q093p Rosmeer),
pu̯ǫt (Q093p Rosmeer)
|
Opgenomen zijn de benamingen die de poort in het algemeen. Zie ook de lemmata "stalpoort, staldeur" (2.1.3) en "schuurpoort" (3.1.2). Zie de afbeeldingen 22, (a) ronde poort; 23, (b) rechthoekige poort; en 24, (c) details van de poort. In de toegevoegde klankkaart zijn de lengte van klinker en de gevallen van pseudo-klankverschuiving van de slot-t aangegeven. Zie afbeelding 18. [N 7, 48a; JG 1a, 1b; A 10, 7a en 7b; L A2, 286; L 5, 56; L 12, 5; R (s]
I-6
|
34174 |
pootjesblaas |
tweede waterblaas:
twędǝ wǫi̯tǝrblǫi̯s (Q093p Rosmeer)
|
De tweede blaas waarin de voorpoten van het kalf zitten. [N 3A, 52b]
I-11
|
33573 |
postelein |
postelein:
passeleen (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
postelein [ZND 05 (1924)], [ZND 15 (1930)]
I-7
|
33171 |
poten |
planten:
pla.ntǝ (Q093p Rosmeer)
|
In dit lemma staan de algemene benamingen voor het planten van de pootaardappelen bijeen. [N 12, 10; N 15, 1b en 1c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 20, 1a; A 23, 17d.I; Lu 1, 17d.I; Wi 43; monogr.; add. uit N 12, 15; N M, 18a en 18b]
I-5
|