e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rosmeer

Overzicht

Gevonden: 2181
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blad, bladeren van een plant blad: blǭt (Rosmeer), blader: blø̜̄i̯ǝr (Rosmeer), blē̜i̯ǝr (Rosmeer) Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.] I-4
bladrozet van de paardebloem kettingsalade: Voor de plant.  kettingsalaad (Rosmeer) paardebloem, bladrozet van III-4-3
blaker blaker: blakər (Rosmeer) lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
blaren brobbelen: brøbǝlt (Rosmeer) Het verschijnsel waarbij een verflaag plaatselijk van de ondergrond loslaat en er zwellingen ontstaan. Het blaren kan verschillende oorzaken hebben. De voornaamste zijn: vocht in het geschilderde materiaal en slechte hechting van de verflaag aan het materiaal. [L 32, 78; monogr.] II-9
blaten bleken: blē̜kǝ (Rosmeer) Geluid voortbrengen, gezegd van een schaap. [N 19, 76a; S 52, add.; Vld.; monogr.] I-12
blauwe bosbes amertje: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  ômerke (Rosmeer) bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3
blauwe reiger, reiger reiger: reiger (Rosmeer), réejger (Rosmeer) reiger || reiger, blauwe III-4-1
blij blij: blêj (Rosmeer) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Rosmeer), flits: flets (Rosmeer) bliksem [ZND 01 (1922)] || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ət bleksəmp (Rosmeer), ⁄t bliksemp (Rosmeer, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4