18518 |
colbertjasje |
jas:
jas (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21308 |
compagnie |
compagnie (fr.):
compenêi (Q093p Rosmeer)
|
compagnie [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
23202 |
congregatie |
congregatie:
congeregôse (Q093p Rosmeer)
|
Congregatie. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
33216 |
d. kromme riek |
aardappeltrekker:
jępǝltrękǝr (Q093p Rosmeer)
|
Een riek met hetzelfde werkend deel als bij de gewone aardappelriek, maar in een hoek van 90 graden aan de steel bevestigd, om de aardappelen bijeen te schrapen, met name in de kelder, maar soms ook ook in het veld. [N 18, 64]
I-5
|
24327 |
daas (tabanidae) |
paardshorzel:
ook ZND 1u, 30
pjatsjossel (Q093p Rosmeer)
|
daas, paardenvlieg [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20018 |
dahlia (dahlia cav.) |
dahlia:
daolejasse = mv. Enkelvoud = daoleja., wordt meestal in mv. gebruikt
daoleja (Q093p Rosmeer)
|
dahlia [DC 60a (1985)]
III-2-1
|
30534 |
dakgoot |
kandel:
kønšǝl (Q093p Rosmeer),
kø̄nzǝl (Q093p Rosmeer),
kø̜jnšǝl (Q093p Rosmeer)
|
Zie kaart. Horizontaal afvoerkanaal dat onder een dakrand wordt aangebracht om het van het dak stromende regenwater af te voeren, hetzij onmiddellijk via een spuier, hetzij door een in de aardbodem uitmondende gootpijp. Met de term 'Keulse goot' (L 387) wordt een goot aangeduid die niet buiten het muurvlak uitsteekt, maar op de muurplaat rust. In S 11 en L 1 a-m werd in het algemeen gevraagd naar ø̄gootø̄. In dit lemma zijn uit dit materiaal alleen die antwoorden opgenomen, waarbij door de invuller werd vermeld dat het specifiek de benaming voor een dakgoot betrof. [N 64, 148a; N 54, 185a; L 24, 23a; L B1, 159a; R 14, 23j2; monogr.; Vld; div.; S 11; L 1a-m]
II-9
|
24915 |
dal, vallei |
dal:
del (Q093p Rosmeer),
laagte:
laiegte (Q093p Rosmeer),
lëegte (Q093p Rosmeer)
|
laagte (tussen 2 heuvels) [ZND 29 (1938)]
III-4-4
|
18706 |
damesblouse |
basquine (fr.):
bəskīn (Q093p Rosmeer)
|
damesblouse, te dragen bij een rok [bloes, stelsel, jak, beskien, kazevek] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18409 |
dameshoed? |
hoed:
hy(3)̄t (Q093p Rosmeer)
|
dameshoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|