18200 |
klepbroek |
klepbroek:
kleͅbryk (Q093p Rosmeer)
|
broek met een sluitklep aan de voorkant [klepboks] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23215 |
klepel |
klepel:
de klèpel van n klok (Q093p Rosmeer),
kljëppel (Q093p Rosmeer)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] || Klepel. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|
21337 |
kletswijf |
klapjeus:
oeu van boeuf
klapjoeus (Q093p Rosmeer),
klapschotel:
Klapschotel.
klapshweuttel (Q093p Rosmeer)
|
Hoe heet een vrouw die veel babbelt [ZND 27 1938)] || klappei [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleer (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
18065 |
klierziekte |
klieren:
kliere (Q093p Rosmeer),
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
kliere (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer)
|
hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] || koningszweer (kliergezwellen aan de hals, ook St-Marcoen geheten, Fr. scrofules) [ZND 05 (1924)]
III-1-2
|
24536 |
klit |
klis:
kles (Q093p Rosmeer),
e van met, slechts algemene naam
kles (Q093p Rosmeer),
klissenstruik:
klessestruek (Q093p Rosmeer)
|
donzige klis [DC 60a (1985)] || klis [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
34493 |
kloeken |
kloeken:
klykǝ (Q093p Rosmeer)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van een broedse kip. [N 19, 47; monogr.]
I-12
|
18230 |
klomp |
klomp:
kloͅmp (Q093p Rosmeer),
klǫmp (Q093p Rosmeer)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)]
II-12, III-1-3
|
18245 |
klompschoen |
klompschoen:
kloͅmpšy (Q093p Rosmeer)
|
klompschoen (zwart) bestaande uit een houten zool en een lederen schoenachtig bovengedeelte [N 24 (1964)]
III-1-3
|
33675 |
kluit aarde |
klot:
klǫt (Q093p Rosmeer),
kluit:
klēt (Q093p Rosmeer)
|
[N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.]
I-8
|