e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L420p plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kuip tijn: tin (Rotem), tęjŋ (Rotem) In het algemeen een wijd vat, meestal van hout, van boven open en daar ook iets wijder dan aan de onderzijde. [N E, L; S 19; L 1a-m; L 17, 18a; monogr.] II-12
kuiper kuiper: kypǝr (Rotem) Vakman die houten kuipen, vaten en tonnen vervaardigt. [A 32, 10; S 20; L 1a-m; L 29, 13; monogr.] II-12
kuit kuit: kyt (Rotem) kuit (van het been) [ZND 01u (1924)] III-1-1
kunst kunst: kønst (Rotem) Kunst. [ZND m] III-3-2
kunstmest chimique: šǝmek (Rotem) Onder kunstmest worden meststoffen verstaan, die - anders dan stalmest, compost, groenmest, gier e.d. - geen organische stoffen bevatten, maar kunstmatig, langs chemische weg bereid zijn. Van de opgesomde woordtypen lijken de meervoudsvormen de veelheid van kunstmestsoorten tot uitdrukking te brengen. Of en waar de woordtypen vette(n) en vreemde vette(n) als enkelvouds- dan wel als meervoudsvormen moeten worden opgevat, kon uit het materiaal niet worden opgemaakt. Met de typen gemengelde stoffen en alle mest ondereen wordt wellicht de zgn. mengmest of samengestelde kunstmest bedoeld, waarin zowel N (stikstof), als P (fosfor) en K (kali) voorkomen. Voorzover met een kunstmestterm uit deze opsomming een bepaalde soort kunstmest wordt (werd) aangeduid, is daarvan achter het nummer van de betreffende plaats melding gemaakt. Voor het (...)-gedeelte van de varianten hieronder zie men het lemma (stal)mest. [JG 1a + 1b + 1c; JG 2b - 4, 8; JG 2c; N 11, 23 + 24; N 11A, 61; N P, 9 + 10] I-1
kussensloop kustijk: kəstēk (Rotem, ... ), kustreksel: køstreͅksəl (Rotem, ... ) de kussensloop (waarin het hoofdkussen wordt gestoken) [ZND 17 (1935)] || kussensloop [ZND 01 (1922)] || kussensloop; overtrek van een hoofdkussen [ZND 02 (1923)] III-2-1
kwaadspreekster klappei: klappij (Rotem) vrouw die gaarne kwaadspreekt [ZND 29 (1938)] III-1-4
kwaken kwaken: kwaken (Rotem) Roepen, gezegd van de eenden. [L 37, 8b] I-12
kwartel kwakkel: kwakkel (Rotem), kwartel: kwattel (Rotem) kwartel [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-4-1
kwartje kwartje: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?  kwārtʔə (Rotem), ps. omgespeld volgens IPA.  kwartʔə (Rotem) kwartje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1