| 20746 |
tulband |
tulband:
tølband (L420p Rotem)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 34604 |
turfhekken |
schuthekken:
šø̜tɛkǝ (L420p Rotem)
|
Aparte hekken die voor, achter en opzij op de kar gezet worden om turf te vervoeren. Aanvulling van de lemmata voorhek op de kar en achterhek op de kar in wld II.4. [N 17, 72a + c]
I-13
|
| 26795 |
turfspa |
moerspade:
mūrspāj (L420p Rotem)
|
Afhankelijk van de plaats de gebruikelijke schop om turf te steken. In het algemeen een schop met een blad zo breed als een turf breed is en lang als een turf lang is of kan zijn. [N 18, 17; I, 55; monogr.]
II-4
|
| 34204 |
tussenklauwontsteking |
slak:
slęk (L420p Rotem)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
| 21618 |
twee centiem |
cent:
ps. omgespeld volgens Frings.
seͅnt (L420p Rotem),
ps. omgespeld volgens IPA.
nə seͅnt (L420p Rotem)
|
koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21626 |
twee frank |
dubbele frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
døͅblə fraŋ (L420p Rotem)
|
2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 32960 |
tweede grasoogst |
tweede schaar:
twidǝ šǭr (L420p Rotem)
|
Het gras dat de koeien afgrazen als ze voor de tweede maal in de wei lopen. [N 14, 129b]
I-3
|
| 33263 |
tweede klaversnede |
kleehooi:
klīhø̜i̯ (L420p Rotem)
|
Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
| 23251 |
tweede luiden voor de mis |
trumpen:
⁄t trumpt (L420p Rotem)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
| 21648 |
tweede verkoping |
afhogen:
ps. omgespeld volgens IPA.
a͂əfy(3)̄əgə (L420p Rotem),
beslag:
ps. omgespeld volgens Frings.
bəslāx (L420p Rotem)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|