| 20574 |
vieruursboterham |
koffie, de -:
koffie (L420p Rotem),
koffiedrinken, het -:
koffi drĕi̯nkə (L420p Rotem)
|
de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
| 21537 |
vijf centiem |
knabje:
ei knepke (L420p Rotem),
n knepke (L420p Rotem),
ə knepke (L420p Rotem)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
| 21542 |
vijf frank |
paardsoog:
ps. omgespeld volgens Frings.
pēͅrzōͅwx (L420p Rotem),
vijf frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
vii̯f fraŋ (L420p Rotem),
ps. omgespeld volgens IPA.
nə veͅi̯fraŋ (L420p Rotem),
zilveren vijf frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
nə zelvərə veͅi̯fraŋ (L420p Rotem)
|
5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21610 |
vijf-guldenstuk |
vijf gulden:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?
vei̯f gøͅlʔə (L420p Rotem)
|
vijf-guldenstuk, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 21538 |
vijfentwintig centiem |
kwartje:
ei kwaartje (L420p Rotem),
n kwaartje (L420p Rotem),
ə kwaartje (L420p Rotem)
|
Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
| 21621 |
vijftig frank |
plaat van vijftig frank:
ps. omgespeld volgens IPA.
ən plāt fan feͅi̯ftex fraŋ (L420p Rotem),
vijftig frank:
ps. omgespeld volgens Frings.
vii̯ftix fraŋ (L420p Rotem)
|
50 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 25354 |
vijl |
vijl:
vęjl (L420p Rotem)
|
De vijl waarmee men de onderrand van de krabber scherp maakt. [N 28, 123]
II-1
|
| 24961 |
vijver |
wijert:
wijǝrt (L420p Rotem)
|
Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.]
I-8
|
| 17825 |
vinden |
vinden:
venə (L420p Rotem)
|
vinden [ZND m]
III-1-2
|
| 17768 |
vinger |
vinger:
vinger (L420p Rotem, ...
L420p Rotem,
L420p Rotem),
viŋər (L420p Rotem)
|
Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND]
III-1-1
|