e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rotem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huiveren bibberen: bibberen (Rotem, ... ), rijderen: ri-je-ren (Rotem), ri-je-ren van kau of chrik (Rotem) Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)] III-1-2
hurken zich op zijn hukken zetten: ēͅ zat sich op zən ūkə (Rotem) hij hurkte neer [ZND 01u (1924)] III-1-2
huur huur: ø&#x0304r (Rotem) huur [ZND m] III-2-1
huurhuis gehuurd huis: geheurd hoes (Rotem), geheurd hoous (Rotem) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
huurpenning godspenning, enz.: mepeͅnə[i}ŋ (Rotem), meepenning: meepenning (Rotem) Hoe noemt men de huurpenning (geldstuk door boeren aan dienstpersoneel gegeven bij t huren)? [ZND 16 (1934)] || Wordt er aan de nieuwe dienstboden een handgeld gegeven? Hoe heet dit? meepenning [ZND 01u (1924)] III-3-1
iemand luidruchtig berispen kwaad zijn: moeder zal kaod zijn (Rotem), schelden: moeder zal schellen (Rotem) moeder zal kijven ! (in het oosten komt nog een oud woord tagge voor) [ZND 41 (1943)] III-1-4
iemand uitschelden schelden: op eemes schelje (Rotem), op eine cheljen (Rotem), uitpoetsen: eine oetpoetsen (Rotem), uitschelden: eemes ooetschelje (Rotem) Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)] III-1-4
iemands overlijden aanzeggen ter lijk bidden: znd 32, 71;  ter liek bê-jen (Rotem) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
ijken ijken: de gewichten ijken (Rotem) De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)] III-3-1
ijsbaan sleurbaan: slø͂ͅrbān (Rotem) Een slierbaan (glijbaan op het ijs). [ZND 06 (1924)] III-3-2