20407 |
meerderjarig |
mondig:
znd 1 a-m; 1u, 158; 31, 23b;
munjich (L420p Rotem, ...
L420p Rotem,
L420p Rotem)
|
meerderjarig [ZND 01u (1924)] || meerderjarig (boven de 21 jaar) [ZND 01 (1922)] || meerderjarig ; hij is - (boven de 21 jaar) [ZND 31 (1939)]
III-2-2
|
21273 |
meester |
meester:
mɛ.istər (L420p Rotem)
|
(school)meester [RND]
III-3-1
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māxt (L420p Rotem),
meid:
mɛi̯t (L420p Rotem)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24331 |
meikever |
meikeverd:
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
meikeeëvert (L420p Rotem)
|
meikever [ZND 01 (1922)]
III-4-2
|
20309 |
meisje |
kind:
ki͂nt (L420p Rotem),
maagdje:
mêchtje (L420p Rotem)
|
klein meisje [ZND 11 (1925)] || meisje [ZND 11 (1925)]
III-2-2
|
18622 |
meisjesmuts met afhangende strook |
capeline (fr.):
kaopəlen (L420p Rotem),
kapmuts:
kapməts (L420p Rotem)
|
meisjesmuts die nauw om het hoofd sluit en met een strook afhangt tot op de schouders [kaaper, kappelin, kapmöts] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18637 |
meisjespantalon met kanten pijpen |
meisjesboks:
mäšəsboks (L420p Rotem)
|
meisjespantalon (vero) met kanten pijpen die tot onder de knieën reiken [N 25 (1964)]
III-1-3
|
34454 |
mekkeren |
bleken:
blɛ̄kǝ (L420p Rotem),
bleten:
blē̜tǝ (L420p Rotem)
|
Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.]
I-12
|
24872 |
melganzenvoet |
malom:
witte ganzevoet
malom (L420p Rotem)
|
melganzevoet
III-4-3
|
33294 |
melganzevoet |
schietsmeel:
šø̜tšmē̜ltj (L420p Rotem)
|
Chenopodium album L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op braakliggend land en bouwland, vooral bij sterke bemesting, en met name ook waar pulpkuilen gestaan hebben. Het heeft witte bloemtrosjes, die van juli tot de herfst bloeien, en bladeren die van boven dof en van onder wit-melig zijn. De hoogte varieert van 15 tot 120 cm. [JG 1a, 1b; A 60A, 83; monogr.]
I-5
|