22687 |
prent(je) |
beeld(je):
e choen beeldje (L420p Rotem),
ein schòon beeldjen (L420p Rotem)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
21649 |
priem? (wbd) |
trekgeld:
ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb geïnterpreteerd als een "glottishslag"(¿) - of gewoon letterlijk overnemen als een hoge komma?
trɛkgeͅlʔt (L420p Rotem)
|
bedrag dat uitbetaald wordt aan degene die bij de eerste verkoping, i.v.m. de openbare verkoping van huizen e.d. [vgl. vraag 15a] het hoogste bod heeft gedaan [trekgeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
23307 |
priestersteek met ronde luifel |
steek:
stēk (L420p Rotem),
stiək (L420p Rotem)
|
priestersteek met ronde luifel [N 25 (1964)]
III-3-3
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
prê.izə (L420p Rotem)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
33740 |
prikkeldraad |
prikkeldraad:
prikkeldraad (L420p Rotem)
|
Twee- of driedraads gevlochten ijzerdraad van scherpe punten voorzien waarmee men een weide of een stuk grond afspant. [N M, 6b; N M, 6a; L 40, 73; JG 1b; L 32, 45 add.; Vld.; Gwn 16, 11; A 25, 4f; A 25, 8 add.; monogr.]
I-8
|
22356 |
priktol |
dop:
dop (L420p Rotem),
doͅp (L420p Rotem)
|
Gewone tol (die met een koord wordt geslingerd). [ZND 01u (1924)] || Priktol (= werptol: door middel van een erom gewonden touw werpt men hem draaiend op de grond). [ZND 16 (1934)]
III-3-2
|
21515 |
proces-verbaal |
proces-verbaal:
də krigs ə prəseͅs veͅrbāl (L420p Rotem)
|
Proces-verbaal. [ZND 05 (1924)]
III-3-1
|
18190 |
pronkveer op een hoed |
pluim:
(plum, plymkə) (L420p Rotem),
pløwm (L420p Rotem),
veer:
vēͅr (L420p Rotem),
vēͅr, vēͅrke (L420p Rotem),
väär(kə) (L420p Rotem)
|
pluim van een muts [floes] [N 25 (1964)] || Pluim, pluimpje. [ZND 05 (1924)] || pronkveer op een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
22310 |
proppenschieter |
klakkebuis:
klakkebèùus (L420p Rotem),
knaptoet:
knaptoet (L420p Rotem),
ən knaptoet (L420p Rotem)
|
Een klakkebus (cilindervormig kinderspeeltuig van uitgehold vlierout, waarmede een prop wordt weggeschoten). [ZND 08 (1925)] || Klakkebus; cilindervormig kinderspeeltuig van vlierhout. [ZND 15 (1930)]
III-3-2
|
19676 |
provisiekast, etenskast |
provisiekast:
proͅveͅzīkast (L420p Rotem),
schap:
šap (L420p Rotem),
šāp (L420p Rotem),
šāəp (L420p Rotem),
vliegenkast:
vlēgəkas (L420p Rotem),
vlēgəkast (L420p Rotem)
|
een schaprade, schapraai (etenskast) [ZND 06 (1924)] || spinde [ZND 07 (1924)] || voorraad- of provisiekast [N 05A (1964)]
III-2-1
|