20812 |
pekel |
pekel:
pēkǝl (Q099q Rothem)
|
De zoutoplossing waarin het vlees wordt bewaard. [N 28, 108; monogr.]
II-1
|
25454 |
pekelkuip |
slachtkuip:
šlaxk ̇ūp (Q099q Rothem)
|
De houten kuip waarin men het gezouten vlees en spek bewaart. [N 28, 110; monogr.]
II-1
|
33717 |
penwortel van een den |
peelwortel:
pēlwǫrtǝl (Q099q Rothem)
|
De penvormige wortel van een dennenboom. [N 27, 9b]
I-8
|
25645 |
peperkoekdeeg |
peperkoekedeeg:
pēpǝrkōkǝdęjx (Q099q Rothem)
|
Volgens de informant van L 321 laat men een mengsel van roggebloem, honing, druivesuiker, water, oude koek een dag liggen. Vervolgens worden er ammonium en koolzuur bijgevoegd en wordt het gehele mengsel goed bewerkt. Dit laat men enige weken rusten waarna men begint met het opbraken van het peperkoekdeeg, telkens weer. Als het deeg plat is, wordt het opgerold en opnieuw gebraakt, totdat het taai is. Dezelfde vormen als voor taai-taai worden hiervoor gebruikt. [N 29, 88; N 29, 88a]
II-1
|
25647 |
peperkoekkruiden |
peperkoekgekruiden:
pēpǝrkōkgǝkrȳjǝ (Q099q Rothem)
|
De kruiden die in peperkoekdeeg worden verwerkt. In vraag N 29, 88b werd gevraagd naar "grondstoffen voor peperkoekdeeg". Uit de melée van antwoorden zijn twee lemmata gedistilleerd nl. ''peperkoekkruiden'' en ''zoetstof voor peperkoek''. Niet in deze twee lemmata zijn opgenomen de benamingen voor ingrediënten als "potas", "druiven", "eieren", "ammoniak", "zout", "alkali", "mel", "boter", "maagzout", "water", "oude koek", "bruine zemels".' [N 29, 88b]
II-1
|
17911 |
persen |
werken:
werken (Q099q Rothem)
|
Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47]
I-11
|
19547 |
petroleumlamp |
lampe belge:
lampebelge (Q099q Rothem),
quinquet:
kenkie (Q099q Rothem),
keͅnkē (Q099q Rothem),
petroleumlamp
kéngkee (Q099q Rothem)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || petroleumlamp
III-2-1
|
20059 |
petunia |
petunia:
petunia (Q099q Rothem)
|
Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [N 73 (1975)]
III-2-1
|
25420 |
pezen |
pezen:
pēzǝ (Q099q Rothem)
|
[N 28, 63; Veldeke 15, 22; monogr.]
II-1
|
25421 |
pezen blootleggen |
pezen losmaken:
pēzǝ losmākǝ (Q099q Rothem)
|
Men maakt een snede achter de achillespees, waardoor deze bloot komt te liggen. Door het door de snede ontstane gat steekt men meestal een balkje, vaak voorzien van inkepingen. waarin dan de pezen worden geschoven, zodat deze niet weg kunnen schuiven. Zo wordt voorkomen dat het dier "dichtklapt". [N 28, 62; monogr.]
II-1
|