e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rothem

Overzicht

Gevonden: 2245
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijfriem kijlriem: kī.lrēm (Rothem) Riem of snaar, vaak met trapeziumvormige doorsnede, die over schijven loopt en dient om de beweging van het ene machinedeel over te brengen op het andere. Vgl. voor het woordtype kijlriem (Q 99*, 121b) ook het Duitse keilriemen. [N 33, 259; monogr.] II-11
drilkoord touw: tow (Rothem) Het koord van de drilboog waarmee men een boogdrilboor heen en weer kan laten draaien. Het koord wordt daartoe om de drilklos heen geslagen. Zie ook afb. 127. [N 33, 129] II-11
drinkbak voor de kippen drinkbak: dreŋkbak (Rothem) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkbeker beker: beeker (Rothem), pul: pul (Rothem) drinkbeker, aarden of stenen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
drinken bij de zeug zuiken: zūkǝ (Rothem) Het zuigen of drinken bij de zeug, gezegd van de big. [N 19, 21a] I-12
drinkglas bierglas: beerglaas (Rothem) drinkglas zonder voet [N 20 (zj)] III-2-1
drinkglas met voet schopje: sjöpke (Rothem) drinkglas met een voet (kapper, kopper(tje)) [N 20 (zj)] III-2-1
drinkkuil in de wei drink: dreŋk (Rothem), drēŋk (Rothem) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) versloeieren: vǝršlui̯ǝrǝ (Rothem) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droogstaan droogstaan: dru̯ø̜xštōn (Rothem) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11