e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rummen

Overzicht

Gevonden: 1189
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mekkeren schreeuwen: sxriǝvǝ (Rummen) Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12
melk melk: męlǝk (Rummen) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk van het paard melk: męlǝk (Rummen) De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9
melkaders melkaderen: męlǝkōrǝ (Rummen) De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11
melkafromer afromer: afryǝmǝr (Rummen) De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.] I-11
melkgebit van kalveren kalvertanden: kalǝvǝrtān (Rummen) [N 3A, 108a] I-11
melkgift van de zeug zok: zǫk (Rummen), ˲sok (Rummen) [N 19, 20] I-12
melkkar melkkar: męlǝkkē̜r (Rummen) Kar om melkbussen van meerdere boeren van en naar de fabriek te brengen. Het was meestal een lange kar met een groot bodemoppervlak en lage zij-, voor- en achterplanken. [N 17, 15; N G 51; monogr.] I-13
melkkoe melkkoe: męlǝku (Rummen) Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148] I-11
melkspiegel melkspiegel: męlǝkspigǝl (Rummen) Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d] I-11