34370 |
neusring |
tromp:
trǫmp (P107a Rummen)
|
Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.]
I-12
|
34265 |
nieren |
nieren:
nieren (P107a Rummen)
|
Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d]
I-11
|
34153 |
niet behouden |
herlopen (ww.):
hęrlūpǝ (P107a Rummen)
|
Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b]
I-11
|
21654 |
niet gunnen |
niet verkopen:
ps. omgespeld volgens Frings.
sə w"t ne vərkoͅxt (P107a Rummen)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25386 |
niet meteen leegbloeden |
mis(ge)stoken:
mistǫǝkǝ (P107a Rummen)
|
Soms bloedt een varken niet meteen leeg. omdat het niet goed gestoken is. Gevraagd was naar een uitdrukking voor dit niet meteen leegbloeden. Dit heeft voor het lemma tot gevolg gehad, dat er verschillende grammaticale categorieën te weten werkwoorden, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, voltooide deelwoorden en zinnetjes in voorkomen. Bij een aantal woordtypen is het varken het subject, bij andere is subject de slachter en bij de overige woordtypen is subject het bloed, de ader of het hart. Deze verdeling is in het lemma aangebracht. [N 28, 15; monogr.]
II-1
|
21643 |
nikkelgeld |
wisselgeld:
ps. omgespeld volgens Frings.
wesəlgeͅlt (P107a Rummen)
|
nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34478 |
nog in het ei zittend kipje |
bebroed ei:
bǝbrødǝ ē̜i̯ (P107a Rummen)
|
[N 19, 40a]
I-12
|
21651 |
notariskosten |
schrijfgeld:
ps. deels omgespeld volgens Frings.
schreͅivgeͅld (P107a Rummen),
ps. omgespeld volgens Frings.
sxrēͅəfgeͅlt (P107a Rummen)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
33745 |
omheinen |
afspannen:
afspaŋǝ (P107a Rummen)
|
Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.]
I-8
|
19711 |
omheining |
tuin:
tē̜n (P107a Rummen)
|
De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.]
I-8
|