e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Rummen

Overzicht

Gevonden: 1189
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
neusring tromp: trǫmp (Rummen) Ring in de neus van het varken die het wroeten moet beletten. [N 19, 26; JG 2c; mongr.] I-12
nieren nieren: nieren (Rummen) Boonvormig orgaan dat dient tot afscheiding van de urine. De opgaven zijn alle meervoud. [N 28, 88d] I-11
niet behouden herlopen (ww.): hęrlūpǝ (Rummen) Niet bevrucht. De koe wordt drie weken na de dekking weer tochtig. [N 3A, 32b] I-11
niet gunnen niet verkopen: ps. omgespeld volgens Frings.  sə w"t ne vərkoͅxt (Rummen) ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)] III-3-1
niet meteen leegbloeden mis(ge)stoken: mistǫǝkǝ (Rummen) Soms bloedt een varken niet meteen leeg. omdat het niet goed gestoken is. Gevraagd was naar een uitdrukking voor dit niet meteen leegbloeden. Dit heeft voor het lemma tot gevolg gehad, dat er verschillende grammaticale categorieën te weten werkwoorden, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, voltooide deelwoorden en zinnetjes in voorkomen. Bij een aantal woordtypen is het varken het subject, bij andere is subject de slachter en bij de overige woordtypen is subject het bloed, de ader of het hart. Deze verdeling is in het lemma aangebracht. [N 28, 15; monogr.] II-1
nikkelgeld wisselgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  wesəlgeͅlt (Rummen) nikkelen of witmetalen geldstukken [N 21 (1963)] III-3-1
nog in het ei zittend kipje bebroed ei: bǝbrødǝ ē̜i̯ (Rummen) [N 19, 40a] I-12
notariskosten schrijfgeld: ps. deels omgespeld volgens Frings.  schreͅivgeͅld (Rummen), ps. omgespeld volgens Frings.  sxrēͅəfgeͅlt (Rummen) gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)] III-3-1
omheinen afspannen: afspaŋǝ (Rummen) Iets omgeven met een omheining, meest van toepassing op een weiland. [N 14, 63; L 32, 45; A 25, 9; Gwn 16, 11; Vld.; monogr.] I-8
omheining tuin: tē̜n (Rummen) De omheining in het algemeen. [N 14, 62; N 14, 67; S 11, 13; L 19B, 5a; A 25, 5; RND 8, 20; Gwn 16, 11; monogr.] I-8