e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bedelaarsvrouw bedelvrouw: bëedelvrouw (Schaesberg) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: bé-dele (Schaesberg) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedevaart bedeweg: bääweg (Schaesberg), bidweg: bidweg (Schaesberg) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedienen bedienen: bedeene (Schaesberg) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] III-3-1
bedorven (persoon) verdorven: mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.  verdorve (Schaesberg) met te grote toegeeflijkheid opgevoed, met een bedorven karakter [mouter] [N 85 (1981)] III-1-4
bedorven ei verdorven eieren: vǝrdǫrvǝ ęi̯ǝr (Schaesberg), vuile eieren: vul ęi̯ǝr (Schaesberg) [N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.] I-12
bedriegen bedriegen: bedreege (Schaesberg), kullen: kulle (Schaesberg) bedriegen [SGV (1914)] || iemand door list en leugen voor de gek houden en daarvan gebruik maken [kullen, bikken, kleuten, bijbrengen, belakken, verneuken, besleuteren, loren, lorzen, bedonderen, bemieteren, besodemieteren, kinkelfoezen] [N 85 (1981)] III-1-4
bedrieger bedrieger: bedreeger (Schaesberg) iemand die een ander bedriegt [prul, smiechel, striegelaam, bedrieger] [N 85 (1981)] III-1-4
bedroefd bedroefd: bedreufd (Schaesberg), droevig: dreuvig (Schaesberg) bedroefd [SGV (1914)] || verdriet hebbend, treurig [droef, bedroefd] [N 85 (1981)] III-1-4
bedsprei bedsprei: beͅtšprēͅi̯ (Schaesberg), steppdecke (d.): sjtèpdèkke (Schaesberg) bedsprei [RND] || Rechthoekig vaak wollen kleed boven het laken op het bed dat dient als beschutting tegen de kou (sargie, deken) [N 79 (1979)] III-2-1