e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
leverworst leverworst: laeverwoeës (Schaesberg), leverwoesj (Schaesberg), lééverwōēsj (Schaesberg) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
lichaam lijf: het lief (Schaesberg), lief (Schaesberg), t lief (Schaesberg) lichaam [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
lichaamskracht macht: mach (Schaesberg, ... ), machverlees (Schaesberg, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht leewater: lèjwater (Schaesberg), water: water in de gevrichten (Schaesberg) leewater [SGV (1914)] || lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtgeraakt, kregel kort van verzen: kot van vääsche (Schaesberg), kriegel: kriegel (Schaesberg), kriegelig: kriëgelig (Schaesberg) kregel [SGV (1914)] || lichtgeraakt [SGV (1914)] || spoedig boos of driftig wordend [krikkelig, nippig, kregel, kriel, oplopig] [N 85 (1981)] III-1-4
lidmaat, ledematen gelid, gelederen: e gelid, de gelidderen (Schaesberg), lidmaat, ledematen: ledematen (Schaesberg) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje lied: lēēd (Schaesberg), liedje: litjə (Schaesberg) lied [SGV (1914)] || liedje [RND] III-3-2
liederen (mv.) liedjes: leedjes (Schaesberg) liederen (mv.) [SGV (1914)] III-3-2
lief lief: leef (Schaesberg) lief [SGV (1914)] III-1-4
liefde liefde: leefde (Schaesberg, ... ) liefde [SGV (1914)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1