e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
melkboer melkshandelaar: mɛləkshɛndlər (Schaesberg) melkboer [RND] III-3-1
melkstoeltje melkstoel: melkstōu̯l (Schaesberg), mɛlkštōl (Schaesberg) Houten krukje met drie of vier poten waarop men zit bij het melken van de koeien. Zie afbeelding 10. [A 9, 13; A 42, 18a; JG 1d; monogr.] I-11
melktanden melkstanden: milkstäng (Schaesberg), melktanden: melkteng (Schaesberg) melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)] III-1-1
meloen meloen: WLD  meloen (Schaesberg) Een meloen, de komkommerachtige oranjekleurige of groene, sappige, smakelijke vrucht (meloen, kanteloep). [N 82 (1981)] I-7
menen menen: meene (Schaesberg) van mening zijn [peinzen, menen] [N 85 (1981)] III-3-1
mens (alg.) mens: niet voor man wel specifiek voor verloofde (vrijer geringschattend of achtend voor een vrouw  miensj (Schaesberg) mens; wordt mensch gebruikt in de betekenis van man? Spreekt een vrouw b.v. van mn mensch?, wanneer ze haar man bedoelt? Komt het mensch voor in de betekenis van vrouw? En bedoelt men met die zegswijze alleen geringachting of ook sympathiek medelijden? [DC 05 (1937)] III-2-2
merel meling: meling (Schaesberg, ... ), määling (Schaesberg) merel [DC 50b (1975)], [SGV (1914)] || merel (25,5 overal bekend; man zwart met gele bek; pop zwak-gevlekt bruin; mooie zang; kooivogel; vergelijk met spreeuw [031] [N 09 (1961)] III-4-1
merg merg: merg (Schaesberg, ... ) [N 10a (1961)]merg [SGV (1914)] III-1-1
merrie meer: mēr (Schaesberg) Gebruikt als handels-, werk-, voermans- en als fokpaard. [JG 1a, 1b; A 4, 2a; L 11, 11; L 20, 2a; L A1, 92; S 27; Wi 4; monogr.] I-9
mes mets: mets (Schaesberg) mes [SGV (1914)] III-2-1