e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
poel, plas poel: peul (Schaesberg), pool (Schaesberg) poel, vijver || poelen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
poetsen, schoonmaken poetsen: poetse (Schaesberg), schoonmaken: schoēn maken (Schaesberg) Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmiddel koperpoets: koeperpoets (Schaesberg) Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)] III-2-1
poken ragelen: rogele (Schaesberg), rakelen: raokele (Schaesberg), stokelen: štøxələ (Schaesberg) Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken [SGV (1914)] III-2-1
polijsten polijsten: polīstǝ (Schaesberg) Het metaal met fijn schuurmateriaal glad en glanzend maken. Het polijsten kan gebeuren met behulp van schuurlinnen, een polijstvijl, met polijstpoeder of met polijstpasta. Zie ook deze lemmata. De invuller uit Q 83 vermeldt ook het gebruik van staalwol (stuǝlwǫl) bij het polijstwerk. [N 64, 55a; monogr.] II-11
polijstpasta polijstpasta: polīspasta (Schaesberg) Polijstmiddel in pastavorm voor metaal. [N 66, 39; N 33, 261a] II-11
politieagent police (fr.): inne plies (Schaesberg) een agent van politie [linkert, agent] [N 90 (1982)] III-3-1
pollepel pollepel: pollepel (Schaesberg) Het holle gedeelte van een lepel waarin het eten wordt opgeschept (lepel, holte) [N 79 (1979)] III-2-1
pols pols: pòls (Schaesberg), póls (Schaesberg) pols [DC 01 (1931)] III-1-1
pompgat pomplok: pomplǭǝk (Schaesberg) Het gat in het bovenste gedeelte van het pomphuis waarlangs het water in de pompuitloop kan stromen. In L 423 bestond de overgang tussen de pompuitloop en het pomphuis uit een geelkoperen verdikking die ɛschulpɛ (s0hp) werd genoemd.' [N 64, 133s; N 66, 49s] II-11