30544 |
roef |
roef:
ruf (Q118p Schaesberg)
|
Bij de constructie van een zinken dak de strook zink die over de roeflat wordt gewerkt en waarin de opstaande kanten van het dakzink worden opgesloten. Zie ook afb. 85b. [N 64, 150c]
II-9
|
30543 |
roeflat |
roeflat:
ruflat (Q118p Schaesberg)
|
Zwaluwstaartvormige lat waarop de roef wordt vastgezet. Zie ook afb. 85a. [N 64, 150b]
II-9
|
21183 |
roeien |
roeien:
roeien (Q118p Schaesberg)
|
door middel van roeiriemen een vaartuig voortbewegen [roeien, riemen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24235 |
roek |
roek:
roek (Q118p Schaesberg, ...
Q118p Schaesberg)
|
roek || roek (46 bekende vogel; zwart met paarsige glans; kale rand boven aan de snavel; broedt in kolonies; leeft in troepen; roep [kao-kao-kao], [waaak] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
34546 |
roep- en lokwoord voor de eend |
piele, piele:
pilǝ, pilǝ (Q118p Schaesberg)
|
[L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.]
I-12
|
21362 |
roepen |
roepen:
roope (Q118p Schaesberg),
rope (Q118p Schaesberg)
|
roepen [SGV (1914)] || roepen (geen context) [DC 38 (1964)]
III-3-1
|
33841 |
roepen van de hengst naar de aankomende merrie |
rauwen:
rau̯ǝ (Q118p Schaesberg),
runniken:
runekǝ (Q118p Schaesberg)
|
Bij het naderen van de hengst joechelt (juicht) de merrie naar de hengst, die deze roep op zijn beurt beantwoordt met onder meer te rauwen, hummelen, joechelen e.d. In dit lemma zijn ook de enkele antwoorden uit vraag N 8A, 1c (zachtjes hinniken van de merrie tegen het veulen) ondergebracht, omdat zij enkel in dit kader passen; de gestelde vraag leverde geen enkele specifieke term op. [N 8, 47; N 8A, 1b en 1c]
I-9
|
24236 |
roerdomp |
roerdomp:
roerdomp (Q118p Schaesberg)
|
roerdomp (76 bruingestreepte, geheimzinnige rietvogel die in het voorjaar een ver hoorbaar geluid laat horen [ehh-hóémmmmm], lijkend op loeien van een koe of geluid van een misthoorn; er is nog een kleine soort die blaft als een hondje [N 09 (1961)]
III-4-1
|
25088 |
roest |
roest:
ros (Q118p Schaesberg)
|
roest [SGV (1914)]
III-4-4
|
25084 |
roesten |
roesten:
roste (Q118p Schaesberg)
|
roesten [SGV (1914)]
III-4-4
|