e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sabbelen lotsen: loetsche (Schaesberg), zauwelen: sauwele (Schaesberg) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacristie gerfkamer: gerfkamer (Schaesberg) gerfkamer [SGV (1914)] III-3-3
salamander kelderhansje: kelderhänske (Schaesberg) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
salmiaksteen salmiaksteen: salmijakštē (Schaesberg) Het blok salmiak waarlangs men vroeger de koperen bout streek, alvorens er soldeersel op aan te brengen. Salmiak of ammoniumchloride is een kleurloos zout, gevormd uit ammonia en zoutzuur. Het kan ook worden gebruikt om vuile soldeerbouten te reinigen. In Q 121 werd de soldeerbout schoongemaakt door hem even in afgelaten soldeerwater te houden. Dit was gemaakt uit zoutzuur waarin een stukje zink was opgelost. In L 321 werd met een kaars langs de soldeerbout gestreken, voordat het soldeersel erop werd aangebracht. [N 33, 201; N 64, 27d] II-11
salueren aanslaan: aasjloa (Schaesberg) groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)] III-3-1
samenspannen heulen: hule (Schaesberg), meteenhouden: mit ee hòte (Schaesberg) heulen (met iemand) [SGV (1914)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
sap in planten sap: WLD  saap (Schaesberg) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht nat: WLD  naats (Schaesberg), sap: WLD  saap (Schaesberg, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7
saus saus: saoz (Schaesberg) saus [RND] III-2-3
scapulier scapulier: ee sjappeleer (Schaesberg), skabbeleer (Schaesberg) Scapulier (schouderkleed) [skabbeleer]. [N 07 (1961)] III-3-3