e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spreekwoord spreuk: sjprūg (Schaesberg) Noem het (dialect)woord voor: een uitspraak zoals: "oost, west, thuis, best"? [spreekwoord] [N 102 (1998)] III-3-1
spreeuw spraan: schrpooa (Schaesberg), spreeuw: sprieuw (Schaesberg) spreeuw [SGV (1914)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
spreken, praten kallen: (kalle) (Schaesberg), kalle (Schaesberg), kallen (Schaesberg), praten: proaten (Schaesberg), spreken: schprêke (Schaesberg), sjpreekə (Schaesberg), spraeke (Schaesberg) praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
spreuk spreuk: sjprūg (Schaesberg) Noem het (dialect)woord voor: een uiting zoals: "oordeel niet, opdat ge niet geoordeeld wordt"? [spreuk] [N 102 (1998)] III-3-1
sprinkhaan sprinkhaan: sprinkhaan (Schaesberg) sprinkhaan [DC 07 (1939)] III-4-2
sproeten sproetelen: schprootele (Schaesberg), sproetele (Schaesberg), sprotele (Schaesberg) sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: schprökkele (Schaesberg) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
sprookje verhaaltje: verhèùlke (Schaesberg) een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)] III-3-1
spruit spruit: šprūt (Schaesberg) Zijtak van een buis of pijpleiding. De diameter van de spruit is doorgaans kleiner dan die van de buis of pijpleiding zelf. [N 64, 120c] II-11
spruiten, uitbotten spruiten: WLD  sjproete (Schaesberg) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3