e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druk heen en weer lopen ijsberen: ies-bēēre (Schimmert), ijvertig lopen: iefertig laupe (Schimmert) lopen: bedrijvig heen en weer lopen [rettereere, rondriddere] [N 10 (1961)] III-1-2
druk praten druk kallen: druk kalle (Schimmert), stemmen?: [beïnvloeding door suggestie bij de vraagstelling?, rk]  schtûmme (Schimmert) druk praten [stemmen] [N 87 (1981)] III-3-1
drukken drukken: drukke (Schimmert), duwen: dūūjə (Schimmert), prengelen: prêngele (Schimmert) Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)] III-1-2
drukknoop pits: petš (Schimmert) Uit twee helften bestaand knoopje dat sluit door de delen in elkaar te drukken. [N 62, 52; MW] II-7
drukte maken veel kabaal maken: veul kabaal make (Schimmert) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
drukte, gedoe drukte: drùkte (Schimmert), gedoens: gedoons (Schimmert) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] || gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druktemaker druktemaker: drŭkte mèèker (Schimmert) drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)] III-1-4
druppel druppel: dröppəl (Schimmert), drûppel (Schimmert), eine druppel (Schimmert), eine dröppel (Schimmert), ennen dröppel (Schimmert) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbel gezwad dubbel gezwad: dubbel gezwad (Schimmert), tweede gemade/gemaai: twidǝ gǝmai̯ (Schimmert) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbele lijn dobbele lijn: dǫbǝl lin (Schimmert) Lijn die aan weerszijden aan het bit bevestigd is en tot aan de hand van de voerman dubbel is. Opgaven die niet specifiek naar een dubbele lijn verwezen (m.n. de woordtypes paardslijn, rijlijn, lijn, lijnt, lei, leis, leist, leidsel en guide), werden opgenomen onder het overkoepelende lemma Teugel. [N 13, 30 en 34] I-10