id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
28953 | pits | coupenaad, figuurnaad: petš (Heerlen), drukknoop: petš (Schimmert), met de voorste vingers -zaaien: petš (Margraten), naaispaan: petš (Montzen), vouw: de pitsj in de boks (Bleijerheide), zwak en mager persoon: ene peetsj (Obbicht) I-4, II-10, II-7, III-1-1, III-1-3 |