e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eerherstellende communie eerste vrijdag van de maand: eerste vrīēdig van de maond (Schimmert) Een eerherstellende communie op de 1e vrijdag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
eerlijk eerlijk: eerlik (Schimmert), ĕĕrlik (Schimmert), ierlijk (Schimmert) eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
eerlijk in het spel eerlijk: eerlijk (Schimmert), eirlijk (Schimmert) Eerlijk in het spel [reins, greins, eerlijk]. [N 88 (1982)] III-3-2
eerste baardharen duivelshaar: duvelshaor (Schimmert), dūūvelshāōr (Schimmert) baardharen, eerste ~ [muggebeen, duivelshaar] [N 10 (1961)] III-1-1
eerste communie eerste communie (<lat.): eèrschte kemuune (Schimmert) De eerste H. Communie. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste grasoogst eerste sprang: īrstǝ spraŋk (Schimmert) Naar analogie van de eerste, tweede en derde hooioogst heeft men de informanten ook de vraag voorgelegd of er specifieke benamingen zijn voor de grasoogsten, wanneer een weide niet wordt afgehooid, maar afgegraasd. In dit lemma staan de opgaven voor het gras dat de beesten de eerste keer dat ze in de weide worden gelaten afgrazen en voor zover deze afwijkend zijn van die uit het algemene lemma ''gras''. [N 14, 129a] I-3
eerste hooioogst eerste schaar: īrstǝ šǭr (Schimmert) Hier zijn opgenomen de benamingen van de eerste hooioogst die zijn opgegeven in tegenstelling tot die voor de tweede hooioogst; wanneer de opgave hetzelfde was als die voor hooi in het algemeen, is deze niet hier, maar bij het lemma ''hooi'' ondergebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf. [N 14, 128a] I-3
eerste mis van de neomist eerste mis: iĕerschte mès (Schimmert) De eerste H. Mis van de Neomist in de parochie van herkomst [priemiets, ieësjte maes]. [N 96D (1989)] III-3-3
eerste opbod inzet: de inzet (Schimmert), den inzèt (Schimmert) de eerste verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij bij opbod wordt geboden [den inzet?] [N 21 (1963)] III-3-1
eerste zondag van de vasten eerste zondag van de vasten: èrste zôndig van de vaste (Schimmert) De eerste zondag van de vasten (Fakkelzondag, walmenzondag). [N 96C (1989)] III-3-3