e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
erf erf: ɛrəf (Schimmert), goed: gōt (Schimmert), mest: meͅs (Schimmert), mesthof: meͅstəf (Schimmert) I-7
erfenis erfenis: erfenis (Schimmert), êrfenis (Schimmert) het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
erfgenaam erfgenaam: erfgenaam (Schimmert, ... ) degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)] III-3-1
ernstig serieus: serieus (Schimmert), serieuze (Schimmert) van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)] III-1-4
ertussenuit knijpen (vgl. wbd) op de pof gaan: op de pôf gaon (Schimmert), poffen: pôffe (Schimmert) zonder verlof zijn post verlaten [poffen, op de pof gaan, op zijn smoel afkomen] [N 90 (1982)] III-3-1
erwt, algemeen erwt: ɛrt (Schimmert) Pisum L. Hier de algemene benaming voor de erwt (enkelvoud), voorafgaand aan de benaming voor de akkererwt (lemma Kapucijner, Velderwt) en aan de andere erwtensoorten (tuinerwt, doperwt, peulerwt, enz.) die in de moestuin worden gekweekt en die derhalve in de aflevering over de moestuin ter sprake zullen komen. [N 27, 2b; JG 1a, 1b; L A1, 121; L 34, 94; Wi 8; monogr.; add. uit N P, 24] I-5
erwten- of bonenranken ranken: range (Schimmert) [N Q (1966)] I-7
esdoorn es: esch (Schimmert), WLD  èsch (Schimmert) De esdoorn: een grote boom met dichte kroon; de twijgen zijn donkergrijs met groene knoppen; het blad is donkergroen, aan de onderzijde grijs; de bloemen staan in hangende trosvormige pluimen, terwijl de gevleugelde zaden onderling een scherpe hoek vormen [N 82 (1981)] III-4-3
etagère etagère: etagère (Schimmert), (kastmodel)  etagère (Schimmert), siertafel: sēērtôafel (Schimmert), siertaofel (Schimmert), tafeltje: teufelke (Schimmert) Tafel of kastje om kostbare voorwerpen op uit te stallen (stagère, siertafel) [N 79 (1979)] III-2-1
etalage etalage (<fr.): etalaage (Schimmert), vitrine (fr.): vitrien (Schimmert), vitrine (Schimmert) de grote winkelruit waarachter men zijn waren uitgestald heeft [vitrine, etalage] [N 89 (1982)] III-3-1