e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fluweel, velours velours: flwār (Schimmert), flǫwr (Schimmert) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
fokbeer beer: ber (Schimmert) Mannelijk varken waarmee men fokt. [N 76, 9; N 19, 7; monogr.] I-12
fonkelen, flonkeren flonkeren: flonkere (Schimmert), flonkərə (Schimmert), fonkelen: fônkele (Schimmert) levendig, maar niet onrustig stralen of glanzen, warm schitteren [sprietelen, fonkelen, flonkeren] [N 91 (1982)] III-4-4
fooi drinkgeld: drinkgeld (Schimmert), Note v.d. invuller:  drinkgeld (Schimmert), fooi: fooi (Schimmert) de gift in geld aan iemand die een dienst verleend heeft (vanwege zijn beroep) [fooi, pree, drinkgeld] [N 89 (1982)] III-3-1
fooienjagen schuimen: sjuumer (Schimmert) Kent u het gebruik dat fooienjagen [voejagen] heet? Hoe noemt u het? [N 88 (1982)] III-3-2
fopspeen lots: loetsch (Schimmert), verneuker: verneuker (Schimmert) fopspeen; hoe heet in uw dialect de fopspeen die men kleine kinderen in de mond stopt om ze stil te krijgen [DC 43 (1968)] III-2-2
franciscaan bruine pater (lat.): brōēne paater (Schimmert) Een Franciscaan of Minderbroeder [bruine pater, de Broune, Minnebroor, broene paater]. [N 96D (1989)] III-3-3
franje franjel: fraangele (Schimmert), fraanjele (Schimmert), frāŋǝl (Schimmert), (mv)  frāŋǝlǝ (Schimmert), sierrand: sērrant (Schimmert), sierrandje: sērrɛntšǝ (Schimmert) franje [SGV (1914)] || Hoe noemt U een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden (franje?)? [N 62 (1973)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
frater frater: fräter (Schimmert), frèèter (Schimmert) frater || sijs: frater (13,5 bruin, maar zonder rood en zwart van barmsijs [009]; zeldzaam op trek; meest nog in het westen [N 09 (1961)] III-4-1
frees frees/fraise (fr.): frēs (Schimmert), frē̜s (Schimmert) Een modern akkerwerktuig waarvan de aan-gedreven as voorzien is van een reeks messen, haken of tanden die in de grond hakken en deze fijn maken. [N 11, 72 add.; N 11A, 169b; N J, 10; div.; monogr.] I-2