e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gauwdief gauwdief: gauwdeef (Schimmert), gawdeef (Schimmert), schelm: schêlm (Schimmert) een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] || gauwdief [SGV (1914)] III-3-1
gazon gazon: gezōn (Schimmert), gras: graas (Schimmert) Onderhouden grasveld (bleek, gazon, gruis) [N 79 (1979)] III-2-1
gebed gebed: gebed (Schimmert) Een gebed, [jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeden gebeden: gebèèje (Schimmert) De gebeden meervoud. [N 96B (1989)] III-3-3
gebedsweek gebedsweek: gebedswèèk (Schimmert) Een gebedsweek. [N 96B (1989)] III-3-3
gebeier gebeier: gebbier (Schimmert) Het gelui, het gebeier van de klok(ken). [N 96A (1989)] III-3-3
gebint gebont(e): gǝbǫnt (Schimmert) Het geheel van spantbenen, gordingen, kepers etc. waarop de dakbedekking rust. Zie ook afb. 49 en 71. [S 9; N 54, 149a; N 54, 149b; N 54, 151; monogr.; Vld.] II-9
gebit gebeet: gǝbē̜t (Schimmert), gebit: gebit (Schimmert, ... ) gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
gebluste kalk gebluste kalk: gǝblø̜š˱dǝ kalǝk (Schimmert), kalk: kalǝk (Schimmert) Ongebluste kalk die met water is aangelengd. Zie ook het lemma 'Kalk blussen'. Gebluste kalk wordt gebruikt bij de bereiding van mortel. Woordtypen als 'stubkalk', 'poederkalk', 'poeder' en 'zakjeskalk' verwijzen naar schelpkalk die direct na het branden droog geblust wordt en in poedervorm op de bouwplaats wordt aangeleverd. [N 30, 30a; N 30, 30b; N 30, 30c; N 30, 32f; monogr.] II-9
geboortefeest kinderfeest: kingerfees (Schimmert), kindjeskoffie: kindjeskoffie (Schimmert) Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)] III-3-2