e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geen rust hebben geen ruhe hebben: gein rauw hèbbe (Schimmert), geen rust hebben: gein rŭs hŭbbe (Schimmert), onrustig zijn: onrustig zin (Schimmert) een onrustig persoon, persoon die geen rust heeft, altijd bezig is [roerwarmoes] [N 85 (1981)] || geen rust hebben [N 85 (1981)] III-1-4
geer geer: gēr (Schimmert) Een naar boven spits uitlopende lap of strook waarmee men een kledingstuk van onderen verwijdt. [N 62, 11a; L 1a-m; L 23, 71; Gi 1.IV, 17; S 10; monogr.] II-7
geerakker kortvoren: kǫrt˲vōrǝ (Schimmert) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geerrok gerende rok: gairende rok (Schimmert) Welke soorten kent U? Beschrijf hoe ze er uit zien (klokrok of geerrok, plooirok, hoepelrok etc.?)? [N 62 (1973)] III-1-3
geestelijke bruine, een ~: enne broon (Schimmert) Een priester die geen pater is [heer, geesteling]. [N 96D (1989)] III-3-3
geestelijke communie in de geest communiceren (<lat.): in de geist communīseeren (Schimmert) De geestelijke communie, in de geest communiceren. [N 96B (1989)] III-3-3
geestig geestig: geestig zin (Schimmert), geestige, een -: geistige (Schimmert) met fijnzinnige humor [koel, gevat, geestig] [N 85 (1981)] III-1-4
geeuwen gapen: gape (Schimmert), gāāpe (Schimmert) gapen [N 10 (1961)] III-1-2
geeuwhonger geeuwhonger: giĕhonger (Schimmert) geeuwhonger [SGV (1914)] III-2-3
gegadigde liefhebber: leefhùbbers (Schimmert) gegadigde [SGV (1914)] III-1-4