24554 |
gele morgenster |
gele morgenster:
WLD
gĕĕl-môrge-schtèr (Q098p Schimmert),
morgenster:
morgen sjter (Q098p Schimmert)
|
Gele morgenster (tragopon pratensis 30 tot 70 cm groot. De stengels zijn meestal onvertakt; de bladeren hebben een brede stengel omvattende voet; ze zijn lancetvormig, naar boven versmald. De bloemhoofdjes hebben omwindselblaadjes die even lang of lange [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24488 |
gele narcis |
morgenster:
môrgensjter (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)] || Witte narcis (narcissus poeticus). De rand der bijkroon is vliezig doorschijnend. De bloeistengel is samengedrukt met twee scherpe randen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, de dekslippen zijn sneeuwwit, de bijkroon is geel met rood (tijloos, paasbloem [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24615 |
gele plomp |
paardsbloem:
WLD
pĕĕrsch-blōōm (Q098p Schimmert),
waterroos:
water rāūs (Q098p Schimmert)
|
Gele plomp (nuphar luteum). Waterplant; de bladeren zijn eivormig met een hartvormige voet, ze zijn drijvend met lange driekantige stelen; de bloemen hebben talrijke kroonblaadjes en 5 gele kelkbladeren. Bloeitijd in mei tot augustus. Te vinden in plassen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
33239 |
gele voederwortel |
voerwortelen:
vōrwortǝlǝ (Q098p Schimmert)
|
Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.]
I-5
|
23501 |
gelezen mis |
leesmis:
lèèsmes (Q098p Schimmert),
stille mis:
sjtil mès (Q098p Schimmert)
|
Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25078 |
gelijken (op) |
gelijken:
gelīēke (Q098p Schimmert),
lijken:
lieke (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
lîêkə (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
tonen:
tĕŭne (Q098p Schimmert)
|
aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22334 |
gelijkspelen |
quitte spelen:
kiet sjpele (Q098p Schimmert),
quite sjpeele (Q098p Schimmert)
|
Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23880 |
geloftegeschenk |
gelofte:
gelòfte (Q098p Schimmert)
|
Een geloftegeschenk, beloftegift uit dankbaarheid voor een verkregen gunst of voor de genezing van een kwaal, een ex-voto. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23206 |
geloof |
geloof:
t gelaüf (Q098p Schimmert),
Opm. ou kort.
gelouf (Q098p Schimmert)
|
geloof [SGV (1914)] || Het geloof [gloof, geloeëf, geleuf]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23710 |
geloofd zij jezus christus |
geloofd zij jezus christus in alle eeuwigheid amen:
geloof zij Jezus Christus in alle eeuwigheid amen (Q098p Schimmert)
|
De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|