e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoop hoop: hoop (Schimmert), (een houp vuil ligt daar op de grond).  houp (Schimmert) hoop [SGV (1914)] III-3-3
hoop, tussen heukeling en opper opper: ǫpǝr (Schimmert) De middelgrote hoop, doorgaans één meter hoog, waarop het bijna droge hooi wordt gezet, voordat het tot grote hopen worden bijeengewerkt. [N 14, 108; A 16, 3; A 42, 20d] I-3
hoorn hoorn: hoorn (Schimmert), hōrn (Schimmert) Het blaasinstrument zonder ventielen, met een zachte toon [hoorn, waldhoorn]. [N 90 (1982)] III-3-2
hoorn van de koe hoorn: hø̄r (Schimmert), hōn (Schimmert) [N 3A, 106a; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 27, 25; S 15; Wi 14; monogr.] I-11
hoornaar paardshospel: pèšhospel (Schimmert) paardenwesp [Roukens 03 (1937)] III-4-2
hopen hopen: haupe (Schimmert), niet zien zitten: nēēt zēēn zitte (Schimmert) een gunstige verwachting hebben over iets wat men wenst [verhopen, hopen] [N 85 (1981)] III-1-4
horen horen: hoēē-re (Schimmert) horen [N 10b (1961)] III-1-1
horens hoornen: hø̄r (Schimmert) Vraag N 77, 21 luidt: "Hoe noemt u de horens van het schaap, als het ras die heeft?" De informant uit L 265 (Meijel) merkt op dat ze niet vaak voorkomen. [N 77, 21] I-12
horizon einder: den einder (Schimmert), áán ət eindər (Schimmert), éjndər (Schimmert), horizon: den horizön (Schimmert) horizon, de lijn waar hemel en aarde elkaar lijken te raken [einder] [N 81 (1980)] III-4-4
horizontale sluitbalk van een poort poorteboom: pø̜̄rtǝbau̯m (Schimmert) Een losse balk, soms een stevige stok, die horizontaal wordt aangebracht achter de beide poortvleugels door hem achter haken te leggen. Zo is de gehele poort gesloten. Deze afsluiting bevindt zich meestal ter halve hoogte. Door functionele overeenkomst kunnen sommige benamingen ook in gebruik zijn voor andere afsluitingen. [N 5A, 54a; N 4A, 48; monogr.] I-6