e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

Gevonden: 6515
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bed bed: be̝ͅt (Schimmert) bed [RND] III-2-1
beddenhemel hemel: hēēmel (Schimmert) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddetijkstof beddetijk: bɛdǝtēk (Schimmert) Stof waarvan overtreksels voor bedden worden vervaardigd. Grove, damastachtige, stofdichte stof voor beddezakken. [N 62, 98; N 62, 93a; N 62, 75f] II-7
bedekt een onaangenaamheid zeggen duwen: ènné dŭŭje (Schimmert), geniepig get zeggen: geniepig get zekke (Schimmert), geniepige, een ~ (zn.): genīēpige (Schimmert), stiekem doorduwen: stiekem dao duje (Schimmert) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: bĕdelĕĕr (Schimmert), bèdelair (Schimmert), rondloper: rondleuper (Schimmert) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarstehuis kolonie: kalonie (Schimmert), kolonie (Schimmert) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw trut: trut (Schimmert), trŭt (Schimmert) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: bĕdele (Schimmert, ... ) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelmonnik soepbroeder: sopbroon (Schimmert) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedelpater bedelpater: bèdelpāāter (Schimmert) Een pater van een van de bedelorden. [N 96D (1989)] III-3-3