e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
losse zak onder de rok buidel: buil (Schimmert), losse tas: losse tesj (Schimmert) tas, losse ~, zak of buidel die onder de rok wordt gedragen [N 24 (1964)] III-1-3
loteling loteling: loteling (Schimmert), loten (ww.): lôte (Schimmert) iemand die voor militaire dienst geloot heeft [loteling, lotter] [N 90 (1982)] III-3-1
loten loten: geloot (Schimmert), loote (Schimmert) Het spel waarbij de winnaar(s) door het lot word(t)(en) aangewezen [loten, loteren, lotelen, loteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
loteren, los zitten lodderen: lôddere (Schimmert), uitlodderen: oetloddere (Schimmert) los zitten, gezegd van onderdelen [loteren] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtballon luchtballon: loch ballon (Schimmert), lŭch-ballon (Schimmert) een ballon die kan opstijgen met een mand eronder om personen te vervoeren [ballon, luchtbal, luchtbol, luchtschip] [N 90 (1982)] III-3-1
luchtbel lochtbel: lǫx˱bɛl (Schimmert) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtbel in water bel: bel (Schimmert), bèl (Schimmert), bobbel: bôbbel (Schimmert), brobbel: brobbel (Schimmert) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtketel windketel: wentkē̜tǝl (Schimmert) Luchtketel van een zuigpomp. De waterafvoer van zuigpompen is sterk wisselend. Om een meer gelijkmatige waterafgifte te bevorderen wordt daarom vaak aan de perszijde van de pomp een ten dele met lucht gevulde ketel aangebracht. Bij slagen van de pomp waarbij meer dan de gemiddelde hoeveelheid water wordt weggeperst, wordt het teveel in de luchtketel verzameld. De lucht in de ketel wordt daarbij samengeperst. Wanneer minder water wordt weggeperst dan de gemiddelde hoeveelheid, staat de luchtketel het opgezamelde water weer af aan de persleiding (Handboek Waterleidingvak, pag. 61). [N 64, 133q; N 66, 49q] II-11
luchtpijpen luchtpijpen: loch-piepe (Schimmert), lochpiepe (Schimmert) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: loch (Schimmert), log (Schimmert) lucht [DC 03 (1934)], [SGV (1914)] III-4-4