e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
paasavond paasavond: poaschoavend (Schimmert) paaschavond [SGV (1914)] III-3-3
paasbiecht paasbiecht: de paoschbiech (Schimmert) De Paasbiecht. [N 96D (1989)] III-3-3
paaseieren zoeken paaseieren rapen: Paoësch-eier rāāpe (Schimmert), paaseieren zoeken: paosjeier zeuke (Schimmert) Het gebruik om paaseieren te zoeken/rapen op Paaszaterdag, wanneer de uit Rome teruggekeerde klokken geluid hebben. [N 96C (1989)] || Spelletjes met eieren met Pasen. [N 88 (1982)] III-3-2
paaskaars paaskaars: Poaëskēērts (Schimmert) De op Paaszaterdag gewijde kaars, de Paaskaars [oeësterkeëts, poaësjkeëts]. [N 96C (1989)] III-3-3
paaslammetje n paaslammetje].: enne mölder (Schimmert), paaslammetje: pǭšlɛmkǝ (Schimmert) Een lam dat met Pasen, als het ongeveer 9 weken oud is, geslacht wordt. [N 70, 5] || Iemand die pas op het laatste moment (d.w.z. op Beloken Pasen) zijn paasplicht vervult [ne mölder, mulder [N 96D (1989)] I-12, III-3-3
paaszaterdag paaszaterdag: de pāōsch-zāōterdig (Schimmert) Goede Zaterdag, Paaszaterdag [Kaarzamstiech]. [N 96C (1989)] III-3-3
pacht? bankenpacht: banke pach (Schimmert), pacht: ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  de pācht (Schimmert) pacht, het bedrag dat men jaarlijks betaalt, b.v. voor een bank in de kerk [de paacht?] [N 21 (1963)] III-3-1
pachtboer halfe: halfǝ (Schimmert), pachtboer: paxbūr (Schimmert) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: pachte (Schimmert), paxtǝ (Schimmert), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  pāchte (Schimmert) [S 27; monogr.]pachten [werkwoord] [paachte?] [N 21 (1963)] I-6, III-3-1
pachtersvrouw halferse: halfǝšǝ (Schimmert) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6