e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
punaise punaise (fr.): punaise (Schimmert, ... ) een klein metalen stiftje met grote platte kop voor het vastzetten van tekeningen etc. [tetske, punaise] [N 90 (1982)] III-3-1
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Schimmert) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip punt: punt (Schimmert, ... ), puntje: puntsje (Schimmert), tikje: tikske (Schimmert) een zeer klein rond teken, een punt [stip, tikske] [N 91 (1982)] || punt [SGV (1914)] III-4-4
puntmuts puntmuts: puntmuts (Schimmert) puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3
pupil oogappel: ŏŭgâppel (Schimmert), pupil: pupil (Schimmert) Pupil: het donkere gedeelte van het oog dat wijder of nauwer wordt naarmate er meer of minder licht in valt. [N 84 (1981)] III-1-1
purper, paarsrood purper: purper (Schimmert), violet: flĕt (Schimmert), fléət (Schimmert) de kleur paarsrood [purper, pilper] [N 91 (1982)] III-4-4
putemmer tob: toͅp (Schimmert) [N 12 (1961)] I-7
putgalg staak: staak (Schimmert) [N 12 (1961)] I-7
puthaak puthaak: pøthōͅk (Schimmert) [N 12 (1961)] I-7
putter putter: pèùter (Schimmert), pèùtter (Schimmert) putter || putter (12 man en pop gelijk; rood gezicht, geel in vleugel, wit in staart; hier alleen op trek; vrij schaars; distelliefhebber; zang is vrolijk, druk gedjiedel; veel in kooi [N 09 (1961)] III-4-1