24066 |
rouw dragen |
rouw dragen:
rouw drage (Q098p Schimmert)
|
Rouw dragen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20421 |
rouwbrief |
doodsbrief:
den doatsbreef (Q098p Schimmert)
|
De rouwbrief. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24065 |
rouwkrans |
krans:
krans (Q098p Schimmert)
|
De krans die op de kist wordt gelegd [krants]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20425 |
rouwpoffer/rouwmuts |
rouwmuts:
rouwmuts (Q098p Schimmert)
|
muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)]
III-2-2
|
20446 |
rouwsluier |
voile:
voile (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
20447 |
rouwsluier aan een hoed |
rouwvoile:
rouwvoille (Q098p Schimmert),
voile:
voile (Q098p Schimmert),
voille (Q098p Schimmert)
|
muts met poffer, minder kostbaar of minder uitgedost dan de grote witte muts, die bij rouwgelegenheden wordt gedragen [rouwpoffer] [N 25 (1964)] || rouwsluier(s) aan een hoed [N 25 (1964)]
III-2-2
|
21101 |
roux |
roux:
rōē (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt u het met vet of boter bruin gemaakt meel, dat dient om soep of groenten klaar te maken? [N 104 (2000)]
III-2-3
|
21330 |
royaal |
royaal (<fr.):
royaal (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
gul [SGV (1914)] || royaal [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
24524 |
rozenbottel |
hanenkul:
WLD
hāne kŭl (Q098p Schimmert),
papenmuts:
papemùts (Q098p Schimmert),
papentuitje:
pape tuutje (Q098p Schimmert),
rozenbottel:
roizebottel (Q098p Schimmert)
|
rozenbottel [SGV (1914)] || rozenbottel (vrucht van de hondsroos: papetuutje, papetoet, hanekul, wepen, klokke, rozenbottel). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenkrans:
ene rŏĕezekans (Q098p Schimmert)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|