23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
Sacremenstdaag (Q098p Schimmert)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23425 |
sacramentshuisje |
tabernakel (<lat.):
tabernakel (Q098p Schimmert)
|
Het sacramentshuisje, een vrijstaande of in de muur uitgespaarde kast waarin de geconsacreerde Hosties bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sacraments-processie (Q098p Schimmert)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23321 |
sacristie |
sacristie:
sakkerstie (Q098p Schimmert),
sakrischtie (Q098p Schimmert)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24746 |
salomonszegel |
meibloem:
WLD
mêî-blōōm (Q098p Schimmert),
neteldoekje:
neteldeukske (Q098p Schimmert)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21571 |
salueren |
salueren (<fr.):
salueren (Q098p Schimmert)
|
groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)]
III-3-1
|
20114 |
salvia splendens |
salvia:
salvia (Q098p Schimmert),
salvia’s (Q098p Schimmert)
|
Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: salvia splendens [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende perkplanten: salvia splendens [N 73 (1975)]
III-2-1
|
21332 |
samenspannen |
heulen:
heulen (Q098p Schimmert),
hĕŭle (Q098p Schimmert),
houden:
het mèt iemand hauwe (Q098p Schimmert)
|
heulen (met iemand) [SGV (1914)] || samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sanctus (Q098p Schimmert)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18294 |
sandaal |
sandaal:
sendaal (Q098p Schimmert)
|
sandaal [N 24 (1964)]
III-1-3
|