e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schimmert

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schikken (wbd) eens zijn: ins zin (Schimmert), overeenkomen: euverein komme (Schimmert), euvereinkômme (Schimmert) met elkaar tot overeenstemming komen bij een erfenis [schevelen, belen] [N 89 (1982)] III-3-1
schil van een vrucht schil: sjêl (Schimmert), Duitsche sch  schèl (Schimmert), WLD  schèl (Schimmert) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] || schil [SGV (1914)] I-7
schilderen, verven verven: vɛrvǝ (Schimmert) Het oppervlak van voorwerpen ter conservering en kleurgeving bedekken met verf. [S 39; N 67, 64a; monogr.] II-9
schilderij schilderij: ein schoin schilderie (Schimmert), schilderie (Schimmert), Karte 38.  schilderij (Schimmert) Gemälde. || schilderij [SGV (1914)] || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)] III-3-2
schilfer schilfer: eine sjilfer (Schimmert), schilver (Schimmert), sjilvər (Schimmert) een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)] III-4-4
schilmesje, aardappelmesje aardappelmets: èrpelmèts (Schimmert), aardappelmetsje: erpelmetske (Schimmert) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schimmel schimmel: šømǝl (Schimmert) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9
schimmel (plantje) schimmel: sjummel (Schimmert), Duitsche sch  schummel (Schimmert), zwam: WLD  zwiam (Schimmert) Plantje, behorend tot de zwammen, draadvormig, zonder bladgroen, maar bestaande uit een zwamvlok en zwamdraden (schimmel). [N 92 (1982)] || schimmel (plant) [SGV (1914)] III-4-3
schimpen schampen: sjampe (Schimmert), schimpen: schîmpe (Schimmert) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] III-3-1
schip schip: scheep (Schimmert), šep (Schimmert) schip [RND], [SGV (1914)] III-3-1